Wachtend op de zon die komt Wacht ik midden in de nacht, ondertussen Mailen we één en ander Over wat die specifieke ene van die specifieke ander Verwacht
Je wilt grappen met me delen En ik wil graag dat jij lacht Je wilt een schouder, ik wil strelen En je steunen met mijn kracht En… we mailen
Je wilt met mij op een eiland leven, alleen dan met ons twee Vluchten kan niet, ‘t is een gegeven, maar wat doe ik ermee?
Ik wil de moeite graag bespreken Die ik deed en die zij heeft Elke dag het mooist benoemen Omdat je zo graag leeft En ik ook
En ik wil ook…maar weet niet wat en hoe Ik weet dat ik mezelf ken en dat ik gewoon maar doe En ik voel dat ik wil wachten, want dat is het waard Op de dag dat iemand diepgelukkig in mijn ogen staart En ik kijk terug
Ik wil met jou op een eiland leven, alleen dan met ons twee Vluchten kan niet, ‘t is een gegeven, maar wat doe jij ermee?
Je wilt ‘vroeger’ achterlaten Voor ‘het nu’ niet bang meer zijn Je wilt klaarblijkelijk de dingen laten Die schijnbaar hielpen tegen pijn En je heelt
Ik voel, onze deuren staan open Ik loop in een warme tocht ’t Is wel een eindje lopen Aan de reis raak ik verknocht Vanaf stap één
We willen op een eiland leven, alleen dan met ons twee Vluchten kan niet, ‘t is een gegeven, maar wat doen wij ermee?
Kom ik je tegen halverwege Vragen we verlegen: “Wie ben jij?“ En lopen we samen gelukkig blij, Met een lang verhaal nog Voor de boeg?
Over dat we op weg zijn Naar die ene open deur Zonder te weten van elkaar Wie die ander is en of die het is, die de ander Binnen vroeg