Al ben je je er niet van bewust, ergens in jou tikt polsslagprik- kelend een zonnewetensvolle biologische klok je bestaan aan. Uit lijfsbehoud beeft al wat leeft binnenlands met oergrond mee. Neem nu de Spitsbergse ganzen: leggen ze hun eieren twee weken te vroeg, dan bevriezen ze, doch is het twee weken te laat, dan valt de winter in vóór de jongen god- gans vliegklaar zijn. Uitgerek- end hier, nu rilt het lot. Doodge- moedereerde boventonen ademen ons die onbezonnen uit borduren gaan, lichtlinnen tijdpatronen aan. Wij ademhalingen, aanhalingen uit ongelezen natuurboeken, uit- eindelijk luchtwervelingen van het eerste uur. Het is een wellust!