Met haar rugzak zwaarder dan een paard om stuitert desondanks zij de trappen op en af woont in abstracte lessen voor een toekomst met haar gierende vriendinnen wild gearmd naar de wc's een wijle daar valt zij in een aandacht voor haar oogopslag haar rozenmond in de beheersing van haar hoofddoek strijkt zij langs de jongensblote navel der vriendin o zij haat de broertjes in haar kamer met agendazware zucht en tekent haar belofte in het stralendste gezicht dat zij ooit tekende, o knusse dingen hou me vast ik blaak van alles wat me ook vandaag omringde.