De wereld staat te schreeuwen voor de ramen, maar hoofdpijn wurgt mijn geest met zulke tangen dat ik niet eens behoorlijk kan ontvangen de indrukken die toch naar boven kwamen.
Die stomme koppijn! Ik blijf zó verlangen dat het eens ophoudt, dat ik me moest schamen; maar àls die aanvallen een einde namen, zou ik het hoofd niet langer laten hangen.
Ja, buiten spel gezette hetero, daar zit je dan. Ja, kleed je maar weer uit, en ga maar weer naar bed. Alleen. Wel rot.
Misschien is het toch ook maar beter zo, want nu besef ik goed wat het beduidt: je leven gaat van dag tot dag kapot.