Jantje komt thuis van school en zegt tegen zijn vader dat hij Nederlandse les heeft gehad maar dat het onderscheid tussen de begrippen "in principe" en "in feite" hem niet duidelijk is geworden. Dus zijn vader gaat hem dat uitleggen. Hij zegt tegen Jantje dat ie eerst aan moeder moet vragen of ze voor 500 euro bereid is om met de buurman naar bed te gaan en dat ie daarna datzelfde moet vragen aan zijn zus. Met de verkregen antwoorden moet hij terug naar zijn vader. Jantje doet wat zijn vader hem heeft gevraagd en komt terug bij zijn vader.
"En wat antwoordde je moeder op mijn vraag?" vraagt vader. Jantje zegt dat mamma in principe bereid is om voor 500 euro met de buurman naar bed te gaan.
"En wat antwoordde je zus?" vraagt vader. Jantje zegt dat ook zijn zus in principe bereid is om voor 500 euro met de buurman naar bed te gaan. En daarmee is het verschil tussen beide begrippen verklaart zegt vader.
"Maar hoe dan?" vraagt Jantje.
"Kijk," zegt vader, "in principe zijn we nu 1000 euro rijker maar in feite wonen we samen met twee snollen."