Jantje staat vol trots voor een stoplicht te wachten als er een agent te paard naast hem komt staan. "Zo," zegt de agent, "is dat je nieuwe fiets?" "Ja, ik was gisteren jarig en ik heb deze fiets van mijn vader en moeder gekregen." "Hij is erg mooi," vervolgd de agent, "alleen is er wel iets mis met die fiets." Verbaast vraagt Jantje: "Wat dan meneer de agent?" "Nou, de koplamp zit aan de achterkant van je fiets en het achterlicht zit voor op je fiets, dat is niet goed hé, jij krijgt van mij een bekeuring jongeman."
Jantje kijkt een goed en ziet dat de agent gelijk heeft. "Meneer de agent, mag ik dan ook wat zeggen?" "Ja hoor Jantje." "Ik dacht altijd dat de lul van een paard eronder hing."