500 gr. verse garnalen 1 paprika 1 grote ui blikje baby maïs 50 gr. peultjes 1 stengel bleekselderij 1 teentje knoflook 6 eetl. oestersaus mesp. zout 1 eetl. rum ¼ theel. sesamolie 1 stukje gember (1 cm) 6 eetl. olie.
De garnalen pellen, het darmpje verwijderen en goed wassen. Een sausje maken van de fijngemaakte knoflook, geraspte gember, 3 eetl. oestersaus, ui (in vieren snijden), mesp. zout, 1 eetl. rum. Dit mengsel door de garnalen roeren en laten marinenen. De paprika in repen snijden. Van de peultje de beide uiteinden eraf snijden. De babymais in 2 schuine delen snijden. De bleekselderij in schuine stukjes snijden. In een ruime pan de olie heet maken en hierin de garnalen bakken. Alle andere ingrediënten erbij doen en blijven omscheppen. De rest van de oestersaus toevoegen alsook de sesamolie en op smaak afmaken met zout. Van het vuur af de rest van de gesneden bosuitjes erdoor scheppen. De groente moet heel en knapperig blijven.