Lachend meedogenloos kijk jij mij aan Minachting schikkend naar het moment Laat mij onmachtig ver van jou vandaan In verwarring zo ik jou nooit heb gekend
Waar waren die woorden van weleer Stamelend bracht ik ze jou naar voor Fluisterend verlaten zij bange lippen Waarom vinden zij nu geen gehoor
Waar is die gemeende oprechte liefde De warmte die ik jou steeds weer gaf Niets ter wereld kon ons doen scheiden Ondanks jaren van misnoegen min en laf
En in mijn hart daar vloeien zilte tranen Gegeven door jou aanschouwelijk venijn Verstoot ik je ongekend van alles ontheven Nooit zal mijn vertrouwen het zelfde zijn