zijn katers in kloostertuinen ook niet gewoon poeslief krols likkend aan snorharen katers en thuis vurige tijgers levendige lief zacht kirrende kroelende zelfstandige ego’s legokleurig met soms scherpe nagels en voorkeur voor melk blikken gevuld met de brokken zacht en veel zachter vlees miauwgluikje in de achterdeur als sterren de hemel sieren zou jij het weten want ik heb zelf geen katten wel een hond die als leeuw stemmig ook temmer wil zijn vanwege het zweepje
kenneth